Zuigelingen
De start van ieder kind: in de buik van moeder, in de box, de eerste stapjes op de grond. Spelenderwijs oefent een kind zijn zintuigen en motoriek. Leren bewegen is dus bewegend leren. Maar soms loop de ontwikkeling anders of trager. Een kind kan dan te weinig ervaring in het bewegen opdoen. Zo’n kind heeft extra oefening nodig om het plezier in het bewegen te behouden of terug te krijgen.
Zelfs bij baby’s kunnen er signalen zijn die kunnen wijzen op een motorisch probleem, zoals:
-
teveel spierspanning (overstrekken)
-
slappe kinderen (te weinig kracht)
-
voorkeurshouding en/of afvlakking van het hoofd
-
onrust, niet slapen en veel huilen
-
achterstand in de motoriek
-
specifieke aandoeningen
Een dergelijk probleem wordt vaak geconstateerd door het consultatiebureau of de huisarts. Meestal geldt: hoe eerder het kind behandeld wordt door de kinderfysiotherapeut, hoe kleiner de verstoring van de ontwikkeling en dus hoe minder behandelingen nodig zijn. Dit geldt heel sterk bij voorkeurshoudingen en afvlakkingen van het hoofd.
Onderzoek en behandeling van baby’s gebeurt, indien nodig en op indicatie van een arts, aan huis en bestaat uit praktische adviezen en oefeningen. Kinderfysiotherapie wordt vergoed vanuit de basisverzekering.
Ieder kind moet met plezier kunnen bewegen!